Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

De Atlantische kabeljauw, de bekendste soort onder de kabeljauwachtigen, leeft in de Noord-Atlantische Oceaan, van de Canadese wateren in het westen tot de Barentszee in het oosten. Deze vis, die gebonden is aan kouder water, kent zijn grootste  densiteiten boven 48 graden noorderbreedte. De vrouwtjes worden voor het eerst geslachtsrijp bij lengtes boven de 60 cm. De voortplanting vindt plaats bij temperaturen tussen 4 en 6°C; in de Noordzee gebeurt dit in de periode februari-april. We zouden het bijna vergeten dat kabeljauw weliswaar uitzonderlijk tot 2 meter groot, tot 100 kg zwaar en 25 jaar oud kan worden.

 

Met het bodemsleepnet of met de lijn

Kabeljauw is een fel gegeerde vis met hoge handelswaarde die intensief wordt bevist, vnl. door Noorwegen, Rusland en IJsland. In België wordt kabeljauw als bijvangst opgevist, vnl. in de Noordzee (80 %) en de Keltische Zee (15 %). In Frankrijk wordt kabeljauw vooral met bodemsleepnetten bevist, zowel in het kader van een gemengde visserij als in een meer gerichte visserij. In Noorwegen wordt de soort ook bevist met beuglijnen en staand want. In IJsland maakt men gebruik van beuglijnen en bodemsleepnetten. In Noorwegen en IJsland wordt kabeljauw ook gekweekt, maar de productie is eerder beperkt. Gekweekte kabeljauw is dan ook weinig tot niet aanwezig op onze markt.

 

Belgische vissersvaartuigen landden in 2016 1 245 ton kabeljauw aan. Daarnaast wordt nog eens 1 800 ton Gadus morhua ingevoerd, vnl. uit Denemarken, IJsland en Nederland. Daarnaast importeert België ook nog eens 13 800 ton andere kabeljauwsoorten: Pacifische kabeljauw Gadus macrocephalus, Groenlandse kabeljauw Gadus ogac en Arctische kabeljauw Boreogadus saida. 

 

 

 

Beheer van de bestanden

In de Noordoost-Atlantische Oceaan bevinden zich verschillende kabeljauwbestanden, waarmee de Europese markten bevoorraad worden. De visserij is onderworpen aan een Europese minimum instandhoudingsreferentiegrootte: 30 cm in het Skagerrak-Kattegat, 38 cm in de Baltische Zee en op 35 cm in de overige gebieden. De Zweden hanteren een commerciële minimummaat van 40 cm. Kabeljauw wordt pas geslachtrijp vanaf een grootte van 60 cm (>1,5 kg).

 

• Het kabeljauwbestand uit de noordoostelijke Arctische Zee (in de verre wateren van de ICES-zones 1 en 2) is veruit de belangrijkste stock in de Noordoost-Atlantische Oceaan. Deze kent een gezonde voortplantingscapaciteit en het bevissingsniveau door Noorwegen en Rusland wordt als duurzaam beschouwd op het niveau van Maximale Duurzame Opbrengst (MSY). Voor 2018 konden wetenschappers – geheel in lijn met het huidige beheerplan – vangsten adviseren van 712 000 ton (in 2016 werd nog 849 422 ton aangeland).


• Het bestand in de Noorse kustwateren (kustzone van ICES-zones 1 en 2) lijdt onder een verzwakte aangroei. Het paaibestand zou op een historisch dieptepunt staan. In 2011 stelde de Noorse overheid een kabeljauwherstelplan in werking dat het voorzorgsprincipe hanteert en de visserijinspanning progressief reduceert over een periode van 7 jaar. Ondertussen zijn de vangsten in 2015 en 2016 weer sterk toegenomen en is ook de recreatieve visserij op deze stock groot.

 

• De stock die leeft rond IJsland (zone 5.a) is, na een periode van overbevissing in de periode van 1970 tot 2005, weer volledig hersteld dankzij het IJslandse herstelplan dat in 2009 in voege ging. De paaibiomassa en de huidige visserijsterfte zitten op een niveau dat de duurzaamheid van de stock verzekert. Het beheerplan zorgt voor het behouden van een Maximale Duurzame Opbrengst (MSY). De wetenschap adviseert, geheel volgens het beheerplan, voor 2017/2018 vangsten die mogen oplopen tot 257 572 ton (in 2015/2016 bedroegen de aanlandingen 251 134 ton).

 

• De voortplantingscapaciteit van het kabeljauwbestand op het plateau van de Faeröer (zone 5.b.1) is zwak. De visserijinspanning ligt boven het MSY-niveau. ICES raadt aan om de visserijinspanning maximaal te verminderen en een meersoortenbeheerplan op te stellen.

 

• Het bestand in de Noordzee, Skagerrak en het oostelijk deel van het Engels Kanaal (ICES-zones 3.a, 4 en 7.d) werd in de periode 1960 tot 2016 overbevist. De sterfte veroorzaakt door de visserij is sterk gedaald sinds het begin van de jaren 2000, en de paaibiomassa van de stock heeft sinds 2017 het MSY-niveau bereikt. De stock wordt voortaan duurzaam bevist.

 

• In de Keltische Zee (zones 7.e-k) wordt kabeljauw op een jongere leeftijd en bij een kleinere lengte volwassen, dan op andere Noordoost-Atlantische visgronden. De visserijinspanning ligt er echter hoger dan het MSY-niveau en het niveau van het aantal paaivissen is verzwakt.

 

• Het bestand in de westelijke Baltische Zee (ICES-zone 22-24) wordt overbevist en vertoont al sinds 2008 een verzwakte paaibiomassa.

 

• Het bestand in West-Schotland (zone 6.a) is uitgeput. Sinds de jaren 90 lijdt de stock onder een aanhoudend verlaagde voortplantingscapaciteit. Om de stock weer op te bouwen raadt ICES aan om geen enkele doelgerichte visserij op deze stock meer toe te staan, alsook om de bijvangst en teruggooi uit andere gemengde visserijen tot een minimum te beperken.

 

• Het kabeljauwbestand in de Ierse Zee (zone 7.a) wordt sinds 2014 duurzaam geëxploiteerd, nadat hij sinds het einde van de jaren 60 overbevist werd. Voor 2018 raadt ICES vangstbeprekingen aan van 1 073 ton (82 ton aangeland in 2016).

 

Van kabeljauw is alles lekker

Kabeljauw is uitgegroeid tot één van de meest geliefkoosde soorten van de Belgen. Deze soort komt één keer op de drie op tafel als er thuis vis wordt geserveerd. Vooral de filets zonder vel, vers of diepgevroren, zijn erg geliefd. Gezouten en gedroogde kabeljauw wordt in Portugal, Spanje en Italië respectievelijk verkocht onder de namen bacalhau, bacalao en baccalà. Gedroogd maar niet gezouten, wordt hij stokvis genoemd. Ook de wangen, tongen, kuit, lever, maag en darm van kabeljauw worden gegeten.

 

In 2015 Frankrijk landde 12 635 ton kabeljauw aan. Sinds 2009 gaan de aanlandingen in stijgende lijn, wegens de systematische verbetering van de Europese kabeljauwstocks. Frankrijk importeert jaarlijks ook nog eens 81 000 ton kabeljauw (alle soorten samen), vooral in verwerkte vorm uit China, Denemarken, IJsland en Noorwegen.

 

TE ONTHOUDEN

  • De kabeljauwstocks in de noordoostelijke Arctische Zee (Barentszzee) en de stock aanwezig rond IJsland worden op een duurzame manier bevist.
  • Na een lange periode van overexploitatie (1960-2015) worden de stocks in de Noordzee en Ierse Zee terug duurzaam bevist en is de biomassa terug hersteld.
  • De stocks in de Keltische Zee, de Faeröer, de westelijke Baltische Zee en de kustwateren van Noorwegen worden nog steeds overbevist.
  • De stock in West-Schotland is uitgeput en sinds de jaren 80 overbevist.
  • Vermijd de aankoop van Atlantische kabeljauw Gadus morhua die uit overbeviste of uitgeputte bestanden komt.
  • Veertien visserijen (in IJsland, Faeröer, Noorwegen, Denemarken, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk, Rusland en Canada) op Atlantische kabeljauw Gadus morhua en twee visserijen in Alaska op Pacifische kabeljauw Gadus macrocephalus hebben een MSC-certificaat.

WEETJES

Skrei

Skrei is paairijpe kabeljauw die maar een beperkt aantal weken tijdens het winterseizoen bevist wordt ter hoogte van de Lofoten (Noorwegen). Het vlees heeft in die periode een specifieke, sterk geapprecieerde smaak. Deze visserij is zeer strikt gereglementeerd door de lokale overheid en verzekert een duurzaam beheer, zelfs in volle voortplantingsperiode.

 

Kabeljauwbeheerplannen

Bepaalde Europese kabeljauwbestanden kwamen in de jaren 2000-2010 in moeilijkheden. De visserijdruk – zowel door de professionele, als door de recreatieve visserij – was te hoog voor de verzwakte populatie. De ingevoerde kabeljauwbeheerplannen hebben het gedrag van de visserij veranderd, en selectievere vistuigen geïntroduceerd om de bijvangst en teruggooi te beperken. Schotland, Engeland, Denemarken en Zweden compenseren vissers die de teruggooi aanzienlijk verminderen (geregistreerd met camera’s aan boord) met extra quota voor kabeljauw. Schotland koos daarenboven voor het afsluiten van gebieden waar kabeljauw samentroept. In Noorwegen en Rusland is de teruggooi van kabeljauw wettelijk niet meer toegestaan sinds 1987, iets wat ook tussen 2016 en 2018 geleidelijk in de EU werd ingevoerd (hervormde Europese visserijbeleid).