Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

De rood- of zwartgekleurde lompviseieren worden verhandeld in glazen bokaaltjes in het koelvak in de supermarkt. De lompvis Cyclopterus lumpus, ook wel snotolf genoemd, waar de eitjes uit worden gehaald, worden niet heel groot (volwassen vrouwtjes worden 30 cm). Het is een soort die voorkomt in de diepe en koude wateren van de Noord-Atlantische Oceaan. Lompvis wordt enkel gericht bevist voor de niet bevruchte ‘eieren’. Canada en IJsland kennen de grootste productie. Het vissen in de kustwateren gebeurt met het staand net vanop kleine bootjes (enkel in de paaitijd).

De laatste tien jaar fluctueren de vangsten van lompvis tussen 11 000 en 20 000 ton. Volgens biologen zijn de schommelingen te wijten aan klimaatverandering, volgens economen is de oorzaak eerder marktgerelateerd. De gemiddelde jaarlijkse productie van lompviseieren ligt op ongeveer 4 000 ton.

 

Frankrijk consumeert als grootste verbruiker bijna één derde van deze wereldproductie.

Het bestand van lompvis wordt niet wetenschappelijk opgevolgd. De vangsten, zowel door de gerichte visserij als door bijvangst, worden niet beperkt. Bij gebrek aan gegevens raadt de wetenschap aan om de vangstniveaus niet te doen stijgen en luidt het advies om lompviseieren slechts matig te consumeren.

TE ONTHOUDEN

  • Het gebrek aan gegevens over deze soort bemoeilijkt de inschatting van de stocks.
  • Gebruik met mate.