Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

Op de Europese markt kunnen onder de naam ‘hoki’ tegenwoordig twee verschillende soorten aangeleverd worden. De blauwe grenadier Macruronus novaezelandiae uit de zuidwestelijke Stille Oceaan, van rond Nieuw-Zeeland en ten zuiden van Australië. In de Zuidwest-Atlantische Oceaan en de zuidoostelijke Stille Oceaan leeft een nauw verwante, tevens commercieel beviste soort, de Patagonische grenadier Macruronus magellanicus. Hoki’s zijn verwant aan de heek. Ze leven dicht bij de bodem, op dieptes tussen 200 en 800 meter.

 

 

Industriële productie

De industriële exploitatie op blauwe grenadier werd aan het begin van de jaren 70 opgestart door de sleepnetvissers uit de Japanse vloot en deze van de ex-Sovjet-Unie. De vangsten stegen fors in de jaren 80-90, gaande van enkele tientallen duizenden ton tot een productiepiek van meer dan 300 000 ton in 1998. Maar in het begin van de jaren 2000 daalde de productie jaar na jaar als gevolg van een vermindering in het aantal paaidieren. De hokipopulatie is nu terug hersteld en de stock zit terug op een duurzaam niveau. De visserij vindt hoofdzakelijk‘s winters plaats, wanneer blauwe grenadier in grote concentraties samenkomt op de paaiplaatsen.

 

De Hoki Fishery Management Company – de organisatie verantwoordelijk voor het beheer van het hokibestand – stelde in 2001 een gedragscode op voor de sleepnetvisserij om de kleine exemplaren van hoki (<60 cm) te beschermen. De voornaamste elementen uit die code zijn:

• een beperking van de visserij in wateren dieper dan 450 m;
• een regel die stelt dat de schepen van viszone moeten veranderen als kleine individuen meer dan 10 % van de vangsten uitmaken;
• het sluiten van bepaalde zones voor de sleepnetvisserij (meer dan 30 % van de Exclusieve Economische Zone) om verschillende bodemhabitattypes te beschermen;
• onderzoeksprogramma’s voor het beter begrijpen van de impact van de sleepvisserij op de habitats en het beheer aanpassen naargelang de resultaten;
• regels om de bijvangst van zeezoogdieren en zeevogels te voorkomen.

 

 

Diepzeevisserij met ecolabel

Na een periode van overbevissing, behaalde de Nieuw-Zeelandse hokivisserij in 2001 –  als eerste diepzeevisserij ooit – een MSC-ecolabel. Enkele jaren later volgden de erkenning voor de Australische en later de Argentijnse hokivisserij. De certificering riep bij sommige ngo’s vragen op, omdat ze zich kantten tegen de hoge bijvangsten en de schade die de sleepnetten veroorzaken aan het bodemecosysteem.

 

Klimaat

De variatie in de rekrutering heeft een grote impact op de hokivisserij. Net zoals bij vele andere soorten wordt de rekrutering o.a. beïnvloed door het klimaat. Maar de oorzakelijke verbanden tussen beide parameters zijn niet helemaal zonneklaar voor de wetenschap. Zo wordt onder visserijbiologen en klimatologen hevig gediscussieerd welke invloed het El Niño-fenomeen heeft op de status van het hokibestand.

 

Gecontroleerde exploitatie

Hoki wordt in het bijzonder door Nieuw-Zeeland vissers geëxploiteerd, maar ook Australië, Atgentinië en Chili spelen een rol in de hokivisserij.
• In de wateren van Nieuw-Zeeland, in de zuidwestelijke Stille Oceaan, wordt de stock van hoki onderverdeeld in twee deelbestanden (een oostelijk en een westelijk). Jaarlijks wordt de grootte ervan ingeschat op basis van wetenschappelijke gegevens en informatie aangebracht door vissers. Deze raming leidt tot het bepalen van een Totale Toegestane Vangst (TAC) die in overeenstemming is met een Maximale Duurzame Opbrengst (MSY). Het Nieuw-Zeelandse Ministerie voor Visserij beslist daarna over de Totale Toegestane Commerciële Vangst (TACC), die opgesplitst wordt in individuele quota, te verdelen over de verschillende rederijen. De TACC voor het visseizoen 2008-2009 zat historisch gezien op het laagste niveau ooit, omdat het aantal jonge vissen die doorgroeiden tot de paaipopulatie voor meerdere opeenvolgende jaren zeer laag was. De rekrutering is ondertussen fel verbeterd door de gunstige omgevingsvariabelen en de TACC werd navenant verhoogd. Voor de campagne van 2018 (startend vanaf 1 oktober 2017) is de TACC vastgelegd op 150 010 ton.
• In Australische wateren, wordt de hokivisserij geregeld door de ‘Australian Fisheries Management Authority’. Hun managementsysteem omvat een vangstbeperking met quota, het inperken van het aantal vaartuigen, evenals een beperking van de visgebieden. De stock wordt duurzaam geëxploiteerd.
• In Argentinië legt de overheid sinds 2001 vangstrestricties op en is een waarnemer aan boord van de vissersvaartuigen verplicht. Maar een verbetering van de beheermaatregelen is wenselijk om tot een duurzaam beheer van de stock te komen.
• In Chili wordt de stock momenteel overbevist, hoewel sommige herstelmaatregelen werden geïmplementeerd vanaf 2012 (seizoensgebonden sluiting, verlaging van de TAC's).

 

 

De diepzeevisserij was in 2013 een zeer controversieel onderwerp in Frankrijk en Europa. Na een mediacampagne waarin de milieu-impact van de sleepnetvisserij in de diepzee werden aangekaart, kondigden enkele Franse grootdistributeurs begin 2014 aan om niet langer diepzeevissoorten te verkopen.

 

België importeert jaarlijks 300 ton diepvries hokifilets, waarvan maar 17% direct afkomstig is uit Nieuw-Zeeland. De rest komt ons land binnen via visverwerkende landen, zoals China, Denemarken en Nederland. Sinds 2015 is de populariteit van hoki sterk gedaald bij de Belgische visconsumenten. 

Frankrijk importeerde 9 058 ton diepvrieshoki in 2016, waarvan 6 275 ton rechtstreeks uit Nieuw-Zeeland en 1 280 ton in verwerkte vorm uit China.

 

TE ONTHOUDEN

  • Hoki (blauwe grenadier en Patagonische grenadier) is een witvis die in Europa verkocht wordt als diepgevroren filet (natuur of gepaneerd).
  • Hoki kwam pas sinds de jaren 90 op de markt en vond snel zijn plaats als goedkope vervanger van de traditionele witvissoorten uit de noordoostelijke Atlantische Oceaan.
  • In Nieuw-Zeeland en Australië wordt hoki Macruronus novaezelandiae op een duurzame manier geëxploiteerd. 
  • Hoki Macruronus magellanicus wordt in Chili overbevist. In Argentinië, zouden de omstandigheden van de exploitatie sterk verbeterd kunnen worden.
  • Drie hokivisserijen (Nieuw-Zeeland, Australië en Argentinië) dragen een MSC-ecolabel.

WEETJES

Individueel overdraagbare quota

De vrije toegang tot mariene visbestanden is één van de redenen van de economische en ecologische overbevissing. Deze vrije toegang leidt ertoe dat elke visser gemotiveerd is om zo veel mogelijk vis te vangen. Hoe meer één bepaald schip opvist, hoe minder er voor de andere vissers overblijft van de gemeenschappelijke visstock. Schepen worden technisch zo uitgerust dat de performantie en capaciteit gemaximaliseerd worden. Heel snel leidt dit tot een overdimensionering van de productiecapaciteit in verhouding tot de beschikbare hoeveelheid vis. De Nieuw-Zeelandse regering koos er daarom voor om de productiecapaciteit te individualiseren. In 1986 werd een nieuw systeem ingevoerd voor het beheer van de Nieuw-Zeelandse visbestanden: individueel overdraagbare quota (ITQ).  ...[Lees meer

 

Bescherming diepzeesoorten

Maatregelen genomen voor het beschermen van diepzeesoorten. ...[Lees meer]