Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

Vangsten die oplopen tot meer dan één miljoen ton per jaar maken van geelvintonijn één van de belangrijkste tonijnachtigen die wereldwijd wordt aangevoerd. De soort is in de drie grote oceanen aanwezig in de (sub)tropische wateren (niet in de Middellandse Zee) en verkiest temperaturen tussen 20 tot 30°C.

 

Geelvintonijnen leven in de bovenste 250 meter van de waterkolom en scholen samen volgens leeftijd en grootte, al dan niet samen met andere tonijnsoorten en dolfijnachtigen. Ze kunnen 200 kg zwaar, 2,5 meter lang en 8 jaar oud worden, maar de normale grootte van gevangen exemplaren ligt tussen 40 en 170 cm (1,2 kg tot 100 kg). Geelvintonijnen worden geslachtsrijp als ze ongeveer 1 meter groot zijn en tussen 2 en 3 jaar oud.

Opgepast
In het Nederlands is er kans op naamsverwarring tussen geelvintonijn Thunnus albacares – afgekort soms ook wel ‘albacares’ genoemd – en ‘albacore’ tonijn, wat één van de Nederlandse namen is voor witte tonijn Thunnus alalunga. Om het helemaal verwarrend te maken, wordt met ‘thon abacore’ in het Frans wél geelvintonijn bedoeld. Controleer voor de zekerheid altijd de Latijnse naam!

 

 

Zegenvisserij

Geelvintonijn wordt in de drie grote oceanen bevist, voornamelijk met de zegen. Ze hebben de neiging om samen te troepen rond drijvende objecten die vissers uitgooien om ze aan te trekken (Fish Aggregation Devices of FADs-zie weetje over lokboeien). De exploitatie van geelvintonijn neemt de laatste 50 jaar overal zeer sterk toe.

 

Ten volle beviste bestanden

Stock in de Atlantische Oceaan: na een periode van overbevissing liggen de vangstniveaus momenteel op een duurzaam niveau (115 000 ton in 2015, 102 000 ton tussen 2011-2012), waarbij de biomassa gestaag stijgt richting het optimale niveau (cf. gegevens uit 2016). Tegelijkertijd luidt de sterke aanbeveling van ICCAT (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas) om de sterfte van jonge dieren, als gevolg van het gebruik van lokboeien (FAD’s), te reduceren. De praktijk heeft immers een grote impact op het vangstniveau voor een Maximale Duurzame Opbrengst (MSY). Sinds 2013 geldt er in de zone offshore Ghana en Equatoriaal-Guinea een moratorium op het gebruik van lokboeien in deze visserij tijdens de maanden januari en februari.

 

Stock in de oostelijke Stille Oceaan: volgens de laatste ramingen uit 2016 (195 000 ton gevangen in 2015) is de biomassa van het paaibestand de laatste jaren aan het stijgen. De visserijsterfte in de oostelijke Stille Oceaan situeert zich een beetje onder het exploitatieniveau voor een Maximale Duurzame Opbrengst (MSY). Er werden door ICCAT verscheidene maatregelen ingesteld om de capaciteit van de vloot te beperken. Zo wordt de visserij er voor 62 dagen per jaar gesloten voor grote zegenvissers (tonnenmaat groter dan 182 ton), is er een seizoenale sluiting van de visserij in de regio gelegen ten westen van de Galapagoseilanden wanneer daar veel jonge dieren worden gevangen, alsook is er een aanlandplicht ingesteld voor alle zegenvissers op gestreepte tonijn, grootoogtonijn en geelvintonijn.

 

Stock in de centrale en westelijke Stille Oceaan: deze stock, waar in 2015 vangsten van 526 000 ton werden genoteerd, is niet overbevist en wordt op een duurzaam niveau (MSY) geëxploiteerd. Toch verschilt de situatie er sterk van zone tot zone, en mag de visserijsterfte zeker niet toenemen in het westelijke deel. Om de stock te beheren werden verschillende maatregelen ingesteld, zoals een moratorium van 3 maand (van juli tot september) waar de visserij met lokboeien (FAD’s) verboden is in de nationale wateren en de internationale wateren tussen 20°NB en 20°ZB.

 

Stock in de Indische Oceaan: Uit de evaluatie van 2016 (vangsten van 398 000 ton in 2015) blijkt dat de biomassa en visserijdruk zich op een niet duurzaam niveau bevinden. De visserijinspanning is er sterk toegenomen sinds 2011. Er worden ondertussen heel wat inspanningen geleverd om de vangst van juveniele tonijn en de bijvangst van gevoelige soorten (haaien, zeeschildpadden en zeezoogdieren) te verminderen, en deze moeten worden voortgezet. De Europese vloot van zegenvissers heeft een programma opgesteld – gefinancierd door EU – die waarnemers meestuurt aan boord van de schepen en gegevens verzamelen over de bijvangst en teruggooi. Over de artisanale en semi-industriële visserijen (Iran, Sri Lanka, India, Indonesië) is weinig informatie beschikbaar, maar de bijvangsten moeten er zonder twijfel ook hoog liggen, vooral bij de visserij met staande netten en de beug. In 2016 raadde de wetenschap aan om de vangsten van geelvintonijn in de Stille Oceaan te verlagen met 20% (vangstniveaus van 2014).

 

Alle tonijnsoorten zijn extreem kwetsbaar voor een toename in de visserijdruk omdat ze gericht worden bevist met meerdere vistuigen (ringzegen op vrije scholen en FAD, pelagische beuglijn).

 

 

Conserven en verse rugstukken

Geelvintonijn wordt veel gebruikt in de Europese conservenindustrie en is beschikbaar bij de betere merken uit de hogere prijsklasse. De soort wordt door groothandelaars ook vaak aan de detailhandel en restauranthouders te koop aangeboden als rugstuk zonder vel of in sneden (vers of diepgevroren). In 2016 werd 3 202 ton geelvintonijn geïmporteerd door België: 8% als vers en gekoeld product, 3% in diepgevroren vorm, maar voor het overgrote deel (89%) in bewerkte vorm en ingeblikt.

 

 

TE ONTHOUDEN

  • Geelvintonijn is één van de meest gangbare tonijnsoorten op de Europese markt.
  • Het gebruik van lokboeien (FAD’s), waardoor veel ondermaatse jonge geelvintonijn en bedreigde diersoorten mee worden opgevist, is een groot probleem. Vermijd de aankoop van geelvintonijn die gevangen is met behulp van FAD’s.
  • Geelvintonijn uit de Stille Oceaan en de Atlantische Oceaan kan aanbevolen worden, tenzij men met lokboeien heeft gewerkt.
  • Vermijd de aankoop van geelvintonijn uit de Indische Oceaan, die wordt momenteel overbevist.
  • Acht geelvintonijnvisserijen uit de Stille Oceaan zijn MSC gecertificeerd.

WEETJES

Tonijnen aantrekken met lokboeien

Grote industriële vissersschepen zetten lokboeien (Fish Aggregating Devices of FAD’s) uit die als valstrik werken voor vissen. FAD’s trekken zowel soorten aan waarop doelgericht wordt gevist, als niet-doelsoorten. ...[Lees meer]