Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

Schar behoort, net als alle andere platvissen, tot de grote orde van de Pleuronectiformes, die 760 soorten en 11 families kent. Schar maakt deel uit van de familie van de Pleuronectidae of pladijzenfamilie, net als de pladijs, bot, tongschar, heilbot en een 100-tal andere soorten. Bij deze familie staan de beide ogen op de gekleurde rechterkant van het lichaam.

 

De gewone schar Limanda limanda heeft een zeer ruwe huid: als je van de staart richting de kop wrijft, ondervindt je vinger heel wat weerstand. Typisch ook voor de schar is de hoge boog die de zijlijn maakt vlak boven de borstvin. Schar kan tot 40 cm lang worden en 1 kg wegen.

 

De gewone schar komt voor van aan de Witte Zee en IJsland tot in de Golf van Biskaje, maar is veelvuldig aanwezig in de Noordzee, Skagerrak-Kattegat, Ierse Zee en het Engels Kanaal. Het is een soort die op zandige en andere zachte bodems leeft op een diepte van 2 tot 150 meter.

 

Mannetjes worden geslachtsrijp na 2-3 jaar (10-20 cm), vrouwtjes pas na 3-5 jaar (20-25 cm).
De minimum instandhoudingsreferentiegrootte ligt in België op 23 cm. Schar paait in het Kanaal en de Noordzee van januari tot juni, dus de beste gastronomische kwaliteit krijg je in de resterende maanden (van juli tot januari).

 

Verwar schar niet met tongschar (Microstomus kitt), die wat vleziger is en een gladde huid heeft, of met scharretong (Lepidorhombus whiffiagonis), die tot de tarbotachtigen behoort en de ogen op de linkerkant heeft staan.

 

 

Boomkor en bodemsleepnet

Er wordt niet gericht op gevist. De soort wordt als bijvangst mee bovengehaald bij het vissen op andere platvissen, rondvis en garnaal met bodemsleepnetten of de boomkor.

In Europa vist Nederland meer dan de helft op van de totaal aangevoerde schar in Europa. Belgische vissersschepen landen jaarlijks 400 à 600 ton aan, waarvan bijna de helft rechtstreeks in vismijnen in Nederlandse havens wordt aangeleverd.

 

Te weinig informatie over de stocks

De stocks van schar worden niet aan een grondige analyse onderworpen; hun toestand is niet nauwkeurig gekend. Tijdens de laatste 15 jaar daalden de totale vangsten in Europa stelselmatig van boven de 20 000 naar minder dan 10 000 ton per jaar. Sinds 2013 zit de biomassa van schar weer in stijgende lijn. De stocks worden nu weer op een duurzaam niveau bevist.

Vanaf 2017 wordt schar (net als bot) in de Noordzee en Noorse Zee niet langer meer met een Europese vangstbeperking (TAC) beheerd. Zodoende zal de soort dus niet meer onder de aanlandplicht komen te vallen als deze in 2019 algemeen ingevoerd wordt

 

 

 

Schar wordt voornamelijk vers, in zijn geheel of als diepgevroren filet verkocht. Het is een vis die zich ook goed leent om na het zouten te drogen (droogvis) of te roken.

 

 

 

 

TE ONTHOUDEN

  • De toestand van de scharbestanden is niet nauwkeurig gekend, maar hun biomassa lijkt de laatste jaren stabiel en zelfs stijgend te zijn, en de visserijsterfte dalend.
  • Schar wordt voornamelijk als bijvangst gevangen.
  • Eet schar met mate (omdat de precieze kennis over de status van de stocks niet gekend is).

WEETJES

RECHTS- OF LINKS-OGIGE PLATVISSEN

Platvissen ondergaan bij het opgroeien een buitengewone metamorfose. Ze komen uit het ei – zoals alle vissen - met één oog aan elke kant van het lichaam.  Als de larven een 10-tal mm groot zijn, passen de jonge visjes zich geleidelijk aan voor een leven op de zeebodem en ondergaan ze een metamorfose: ze gaan zijdelings afplatten en hun 2 ogen komen geleidelijk op de bovenkant te zitten.  Wat zijn ze immers met een oog op de naar de bodem gerichte kant van hun lichaam?

Naargelang van de familie zitten beide ogen op de rechterkant (pladijzen- en tongenfamilie) of op de linkerkant (tarbotten- en hondstongenfamilie). Bij sommige soorten, zoals bij de Europese bot, zijn er afwijkende exemplaren met de ogen op de andere kant.

Ook het neusgat en de mond bewegen tijdens deze metamorfose van plaats. De kant waarmee de platvis op de zeebodem ligt, is gewoonlijk bleek tot wit gekleurd. De zichtbare bovenkant heeft een donkere pigmentering, die kan variëren binnen de soort naargelang de kleur van de zeebodem waarop de individuen leven.

 

Platvissen: eten in het goede seizoen

Eten volgens de seizoenskalender is niet noodzakelijkerwijs een criterium voor duurzaamheid als het vis en zeevruchten aangaat. Vaak geven viskalenders alleen maar aan wanneer er een hoge aanvoer is door de lokale visserij en de soort veelvuldig aanwezig is op de markt (marketing). Ze houden niet per se rekening met de paaiperiode van de soort. Exemplaren worden ook aangevoerd als ze kuit (eieren) en hom (zaadcellen) dragen, wat erop duidt dat deze vissen nog niet ten volle hebben kunnen deelnemen aan het voortplantingsproces van de stock. Voor het eten van platvissen komt daar nog bij dat ze tijdens het paaiseizoen écht te mijden zijn, omdat het vlees dan erg mager is en snel zijn vastheid verliest. Dit verlies van grondstoffen zorgt voor onnodige verspilling in de keuken en dus voor economisch verlies.

 

Andere platvissoorten

Andere platvissoorten aanwezig op onze markten [Lees meer]