Overslaan en naar de inhoud gaan

Sébastien Lemoine

Laatst bijgewerkt: december 2018

 

 

 

Sébastien Lemoine

Oesterkweker in Carnac

 

 

Sébastien Lemoine is al meer dan twintig jaar oesterkweker in Carnac, in Bretagne. Hoewel hij bezorgd is over de milieuproblemen waarmee de oesterkweek wordt geconfronteerd, gelooft hij sterk in de duurzaamheid van de sector.

 

Sébastien is geboren in een landbouwersfamilie in een dorp op 30 km van de zee. Hij was al op zeer jonge leeftijd geïnteresseerd in het natuurlijk opkweken van dieren. Toen hij 14 jaar was, kwam hij tijdens een schoolstage terecht op een oesterkwekerij. Het sprak hem zeer aan. “De oesterteelt is een schakel tussen vissen en landbouw op zee: we zaaien om te oogsten. Het getijdengebied is als een huwelijk tussen de zee en het land, met een heel specifiek ecosysteem en biodiversiteit.”

 

Na de middelbare school start Sébastien een opleiding aquacultuur en werkt hij 5 jaar op een oesterkwekerij. In 1993 besloot hij een eigen oesterteelt op te starten in de Golf van Morbihan in Carnac. Sébastien heeft altijd alleen gewerkt op zijn kwekerij, die gemiddeld 30 ton oesters per jaar oplevert, allemaal afkomstig van in het wild gevangen broed.

 

Net als zijn collega's in Frankrijk en elders in de wereld heeft Sébastien sinds enkele jaren te maken met massale sterfte onder zijn oesters, veroorzaakt door een virus. "We moesten ons aanpassen en elk vond zijn eigen techniek.” Sébastien liet zich inspireren door de praktijken die de Japanners in de jaren zestig toepasten bij oestersterfte door een virus: in het voorjaar (maart-april) verplaatst hij zijn oesterbroed naar een hoger gelegen plaats in het getijdengebied. De oesters liggen dan langer bloot bij laagwater en komen minder in contact met het virus. Omdat ze dan minder toegang hebben tot voedsel worden ze rustieker, resistenter. "We behandelen ze niet, we laten dingen hun gang gaan.”

 

"In 2008 had ik significante sterfte. Ik ben beginnen testen met deze praktijken in 2009 en in 2010 heb ik ze toegepast op heel mijn productie. Ik zag wel een daling in mijn productievolume, maar omdat ik een hogere prijs kreeg voor mijn oesters was het economisch toch haalbaar. Het is het ambacht dat de oplossing heeft gevonden. In die tijd moesten we het zonder wetenschappers stellen."

 

Andere uitdagingen bij de productie


Broedhuizen: "Ze dienen de sector te ondersteunen en moeten gezamenlijk door professionals worden beheerd. Oesterlarven uit broedhuizen moeten alleen worden gebruikt als dat absoluut nodig is, als er niet genoeg natuurlijk spat aanwezig is in zee. Maar niet systematisch, anders destabiliseert dit de markt."

 

Triploïde oesters: "Het is een natuurlijk defect, een genoommutatie, maar die ook door professionals moet worden beheerd. Het gebruik ervan moet op de etiketten worden vermeld om de consument te informeren."

 

Oceaanverzuring: "Het is belangrijk genoeg om ons hier zorgen over te maken. Sinds 2 jaar volgen wij de pH van het zeewater op waarin onze oesters opgroeien."

 

In de afgelopen twintig jaar zag Sébastien de kustlijn in de buurt van zijn oesterkwekerij geleidelijk aan verloederen. Hij wilde graag dat alle professionelen (boeren, vissers, oesterkwekers maar ook belanghebbenden in toerisme en stedenbouw) samenkwamen om de waterkwaliteit te herstellen en de activiteiten aan de kust beter te beheren. Hij stichtte daarom de vereniging CAP 2000, waar hij zelf het voorzitterschap van waarneemt. De organisatie verenigt activisten, lobbyisten en verantwoordelijken voor de waterzuivering in de regio. Samen zorgen ze voor een betere wisselwerking tussen bewoners en de aquacultuurproducenten.

 

In zijn vrije tijd gaat Sébastien graag al duikend speervissen op soorten waarvoor de beroepsvissers weinig interesse hebben: lipvissen, diklipharder … heerlijk gerookt! Hij verschilt daarin van andere recreatieve vissers die zich vooral richten op zeebaars ... een bijzonder gevoelige soort.