Laatst bijgewerkt: december 2018
In zeewater
Het kweken van vis gebeurt gewoonlijk in drijvende kooien die met een anker ter plaatse gehouden worden en waarvan de wanden uit netmateriaal bestaan. De kwekerijen zijn over het algemeen gesitueerd in gebieden die beschut zijn tegen golfwerking en zware weersomstandigheden, maar waar de stroming sterk genoeg is om een goede zuurstoftoevoer te verzekeren en om de milieu-impact te verminderen. In Europa moeten de kust en kustwateren steeds meer gedeeld worden met een toenemend aantal economische actoren (aquacultuur, visserij, energiewinning, nautische activiteiten, natuur, toerisme, wonen, etc.). Deze concurrentie versterkt de gebruikersconflicten tussen sectoren en beperkt er de ontwikkeling van aquacultuur. Als gevolg hiervan worden nieuwe kweekmethoden ontwikkeld: verder in zee (‘offshore’) of in gesloten systemen aan land (vb. tarbotteelt, broedhuizen).
Doelsoorten: zalm, forel, kabeljauw, heilbot, zeebaars, goudbrasem, ombervis …
In zoetwater
Deze vissoorten worden ofwel in een vijver gekweekt, ofwel in kooien (verankerd aan de bodem of vastgemaakt aan de oever, in meren of rivieren).
Doelsoorten: karper, snoek, riddervis, forel …
Zowel in zeewater als in zoetwater, hangt de productie van vis af van de waterkwaliteit en van lokale milieureglementeringen.
De kwaliteit van de kwekerijen en het duurzame karakter van de productietechnieken kunnen sterk verschillen van:
- bedrijf tot bedrijf
- de milieuwetgeving die er van kracht is.
Milieu-impact van viskweek in het natuurlijk milieu
Deze kweektechnieken kunnen als gevolg hebben:
- bodemvervuiling door de fecaliën en het onverteerde voer, dat zich onder de kweekkooien opstapelt (in het geval de site niet optimaal is of men geen respect heeft voor goede kweekpraktijken);
- risico tot overdracht van parasieten en ziektes op de wilde populatie die leeft in de nabijheid van de kwekerij (het omgekeerde is ook mogelijk);
- watervervuiling door het gebruik van veterinaire behandelingen tegen ziektes en parasieten (in geval van slechte kweekpraktijken);
- een risico op het ontsnappen van gedomesticeerde kweekvissen uit de kooien; in het bijzonder als zij zich gaan voortplanten met de in het wild levende vissen(voedselcompetitie en genetische verzwakking);
- uitdagingen verbonden aan voeders op basis van wilde vis (zie Voeder bij kweekvis);
- milieuvervuiling door het gebruik van producten om de netten vrij te houden van aangroei.
In een terrestrische of mariene omgeving onderscheiden we de volgende methoden:
- extensieve teelt: lage dichtheden van kweekdieren en geen (of weinig) toediening van aanvullend voeder;
- semi-intensieve teelt: matige dichtheden van kweekdieren en matige aanvulling met voeder;
- intensieve teelt: grote dichtheden van kweekdieren en voeding uitsluitend door toediening.
Strategieën en richtlijnen voor goede praktijken zorgen voor het minimaliseren van de milieu-impact en voor een verantwoorde en duurzame viskweek.
Geïntegreerde aquacultuursystemen zijn in volle ontwikkeling: in deze systemen worden de afvalstoffen die vrijkomen uit de viskweek enerzijds gebruikt om wieren of phytoplankton te doen groeien en anderzijds weggefilterd door oesters, mosselen, zakpijpen of andere filtervoedende organismen.