Overslaan en naar de inhoud gaan

Laatst bijgewerkt: Mei 2025

➜ BIOLOGIE

Engelse poon (Chelidonichtys cuculus)

  • FAMILIE: Triglidae.
  • KENMERKEN: Rode rug en zijkant, witachtige buik, kenmerkende tekening langs zijlijn, kop met een vrij langwerpig concaaf profiel, sterke laterale stekels aan beide zijden.
  • HABITAT: Benthische soort die bij voorkeur leeft op grind- of steenachtige zandbodems tussen 30 en 200 m diep; kan tot 400 m diepte worden waargenomen.
  • VOEDSEL: kleine schaaldieren.
  • GESLACHTSRIJP: 25 cm (2 jaar).
  • PAAITIJD: Golf van Biskaje: januari tot maart – Engels Kanaal: van april tot augustus.
  • LEEFTIJD: 15-20 jaar.

ANDERE SOORTEN poon op onze markten:

RODE POON (Chelidonichthys lucerna) wordt gekenmerkt door grote borstvinnen waarvan de binnenkant blauw gekleurd is. Geslachtsrijp: 24 cm (2 jaar).

GRAUWE POON (Eutrigla gurnardus) wordt gekenmerkt door een stekelige, witachtige zijlijn en een grijsgele of grijsgroene rug. Geslachtsrijp: 35 cm (4 jaar/ vrouwtjes); 32 cm (3 jaar/mannetjes).

➜ VANGST

Poon wordt voornamelijk als bijvangst opgehaald met bodemsleepnetten en het grootse deel van de vangst wordt terug in zee gegooid (dit betreft voornamelijk grauwe poon). De Engelse poon (Chelidonichthys cuculus) komt voor in de oostelijke Atlantische Oceaan (van het zuiden van Noorwegen tot Mauritanië) en in de Middellandse Zee, maar wordt voornamelijk aangetroffen in het Engels Kanaal en in de Keltische Zee. Deze soort wordt alleen door de Europese vloot geëxploiteerd; 90% van de aanvoer komt uit de noordoostelijke Atlantische Oceaan en 10% uit de Middellandse Zee. Wereldwijd is Frankrijk het belangrijkste land voor Engelse poon. De rode poon (Chelidonichthys lucerna) komt voor in de oostelijke Atlantische Oceaan (van Noorwegen tot Senegal) en in de Middellandse Zee. Ook deze soort wordt alleen door de Europese vloot geëxploiteerd; 87% van de aanvoer komt uit de noordoostelijke Atlantische Oceaan en 13% uit de Middellandse Zee. Hier is Nederland het belangrijkste vissersland. De grauwe poon (Eutrigla gurnardus) tenslotte komt voor in de oostelijke Atlantische Oceaan (van Noorwegen tot Marokko) en in de Middellandse Zee. Het merendeel van de vangsten zijn afkomstig van de noordoostelijke Atlantische Oceaan (77% in 2022) en de rest vanuit de Middellandse Zee, waar deze soort bijna uitsluitend wordt bevist door Egypte (de op éen na grootste vissersnatie voor deze poon-soort ter wereld, na het Verenigd Koninkrijk). In België wordt poon, vanwege de geringe vraag op de lokale markt, aanzienlijk teruggegooid. Voornamelijk de rode poon wordt in België geëxploiteerd. In 2022 hebben Belgische vissers in het totaal toch 884 ton poon aangeland: 5 ton grauwe poon, 656 ton rode poon en 223 ton Engelse poon.

➜ TOESTAND VAN DE BESTANDEN

Noordoostelijke Atlantische Oceaan: alleen de grauwe poon (Eutrigla gurnardus) en Engelse poon (Chelidonichthys cuculus) worden wetenschappelijk gevolgd, maar de onvolledige vangstgegevens (slecht geïdentificeerde soorten bij de aanlandingen en hoge teruggooi) maken een nauwkeurige beoordeling onmogelijk. De status van het bestand van rode poon is onbekend.

➜ BEHEER VAN DE BESTANDEN

Er bestaat geen specifieke regelgeving voor het vissen op de verschillende soorten poon in Europa (enkel België hanteert een minimumvangstmaat van 20 cm). Poon wordt voornamelijk gevangen als bijvangst met bodemsleepnetten, een strikt gereguleerde activiteit. De verschillende soorten poon genieten daardoor onrechtstreeks van de algemene regels die worden opgelegd aan de visserijen die zich op meerdere soorten richten. Zo kunnen jonge vissen ontsnappen vanwege een minimum maasgrootte van de netten. Het merendeel van de vangsten wordt echter in de zee teruggegooid (soort waarvoor geen TAC bestaat en dus ook geen aanlandingsplicht).

CONSUMPTIE 

De drie soorten poon worden op de markt gebracht onder de vorm van verse filets of verse volledige vis. Bereid zonder de kop en zonder de huid, wordt poon ook wel "galinette" genoemd, vooral in het zuiden van Frankrijk. In 2021 werd er ongeveer 88 ton poon geconsumeerd door Belgische gezinnen. De Engelse poon is de meest geconsumeerde poon-soort in Frankrijk en wordt vaak gebruikt
om soep te maken. De rode poon is de meest populaire van de drie vanwege het stevige, witte vruchtvlees. Deze soort wordt door kenners in Spanje, Italië en de streek van Boulogne-sur-Mer
in Frankrijk erg gewaardeerd. De grauwe poon is de goedkoopste van de drie en is volgens sommige liefhebbers veel lekkerder dan de Engelse poon.

In Frankrijk wordt de poon "grondin" genoemd. Ze danken deze naam aan het rommelende geluid dat ze maken wanneer ze hun zwemblaas leeg laten lopen. Om dezelfde reden worden ze in België ook wel eens "knorhaan" genoemd.

Ponen hebben een lichaam dat aangepast is aan het leven op de bodem: hun borstvinnen stellen hen in staat zich over de bodem te verplaatsen alsof ze poten hebben. Ze worden vaak verward met de zeebarbeel (Mullus surmuletus), maar zijn gemakkelijk te herkennen aan hun driehoekige kop en witte mond.

 

TE ONTHOUDEN

➜ Op onze markten worden verschillende soorten poon verkocht: Engelse poon (Chelidonichthys cuculus), rode poon (Chelidonichthys lucerna) en grauwe poon (Eutrigla gurnardus).
➜ De Engelse poon is de meest voorkomende soort in Frankrijk.
➜ In de noordoostelijke Atlantische Oceaan worden alleen grauwe en Engelse poon wetenschappelijk gevolgd:
➜ de grauwe poon vertoont een toenemende biomassa, maar de exploitatiegraad is onbekend;
➜ de staat van de Engelse poonvoorraad is niet precies bekend (tekort aan data).
➜ In de Middellandse Zee wordt de poon niet wetenschappelijk opgevolgd.
➜ Er bestaat geen specifieke regelgeving voor de visserij op deze soort in Europa.

AANBEVELINGEN VOOR AANKOOP

  • Met mate:
    - Rode poon: alle bestanden.
    - Engelse poon: alle bestanden.
    - Grauwe poon: alle bestanden.
  • Bij voorkeur: exemplaren met een grootte > 25 cm (Engelse poon), > 24 cm (rode poon), > 35 cm (grauwe poon), of grote filets van volwassen exemplaren die tijd hebben gehad om zich voort te planten.